Verschenen in schuttersproat 22, voorjaar 2009

Die jongens, die moet je in de gaten houden. Die woorden kwamen van mijn vader toen hij in 1992 stopte als commandant van Onderling Genoegen. Toen bekend was geworden dat ik hem mocht opvolgen had hij natuurlijk allerlei wijze adviezen. Over wat je wel en niet moest doen op concoursen. Over hoe je met de geweerschutters om zou kunnen gaan. Over de nukken van Petra (het paard). En ook over “die jongens”. Die jongens, dat waren de bielemannen.

Beste kerels, maar je mag ze geen moment uit het oog verliezen. Natuurlijk, als ze een commando horen dan zullen ze zeker doen wat je vraagt. Zo zijn ze dan ook wel weer. Maar wee je gebeente als je het “per ongeluk” even vergeet. Het zou de eerste keer niet zijn dat de commandant rechtsaf slaat en zich even later verwonderd omdraait omdat het zo stil is geworden achter hem. Grote kans dat de bielemannen het “hoofd der colonne rechts, mars” niet hebben gehoord en dan “natuurlijk” rechtdoor zijn gegaan. Ze zijn tenslotte erg gehoorzaam en dan ga je alleen rechtsaf als je daarvoor het commando hoort, toch?

Bijzondere mensen zijn het, die bielemannen. Zoals bij veel functies binnen een schutterij kun je niet “leren” bieleman te zijn. Je bent het… of je bent het niet. Zo gaat het met een pias, zo gaat het met een commandant of een kanonnier, en zo gaat het zeker ook met een bieleman. Als rechtgeaarde bieleman geniet je van je plaats binnen de schutterij. En vooral geniet je van die momenten waarop je echt in het middelpunt van de belangstelling staat. Uit ervaring weet ik dat als vendelier, wanneer je de mat op mag en je kunsten mag laten zien. Dat is genieten. Zo moet ook de pias dat voelen als hij alom waardering krijgt voor zijn grappen. Dat gevoel moet ook de kanonnier hebben als hij met een stalen gezicht het kanon laat bulderen en de schokgolf door de menigte ziet gaan. Het ultieme genieten ondergaat ongetwijfeld de koning als hij door zijn schutterij wordt binnengehaald.

Maar terug naar de bieleman. Die bieleman heeft veel macht binnen de schutterij. De commandant kan dan wel willen dat de schutterij rechtsaf gaat. Als de bieleman rechtdoor gaat dan gaat de hele schutterij rechtdoor. Vinden we een versperring op de weg. Dan zullen we toch moeten stoppen. We zullen moeten wachten tot de bieleman de weg vrij heeft gemaakt. En dan natuurlijk “hèt” moment voor de bieleman. De barricade bij de koning. Iedere kermismaandag en iedere kermisdinsdag heeft de bieleman heel even het lot van de hele schutterij in handen.

En dan zien we ook het jaarlijks terugkerende spel tussen de bieleman en de rest van de schutterij. Aan de ene kant de schutterij die eigenlijk niet kan wachten en zo snel mogelijk naar de koninklijke tuinen wil. Aan de andere kant de bieleman die geniet van zijn moment. Na de opdracht van de commandant om de versperring binnen redelijk tijd te verwijderen ben je ze altijd eerst even kwijt. Natuurlijk, je weet het, ze zijn zich aan het omkleden. Maar wanneer komen ze nu terug? En dan aan de slag. Het begin gaat altijd prima. Driekwart van de versperring is altijd snel weg. Maar dan…., als je hard werkt moet je natuurlijk ook rusten, en dat pilsje en die worst hangen natuurlijk ook niet voor niets in die barricade.

Als commandant heb ik dan altijd de mazzel dat er altijd wel een stukje worst voor mij bestemd is. Dat maakt dan nog een beetje goed. Maar de rest van de schutterij…, hoor ze grommen, het duurt allemaal weer veel te lang…. En dan, als de versperring bijna weg is, en iedereen iets van opluchting begint te voelen, gaat plotseling die bijl weer aan de kant en moet ook eerst dat laatste stukje worst nog even op. En zie ze grijnzen die mannen. Je kunt je voorstellen wat die dorstige schutter dan voelt. Maar van de andere kant kun je je ook voorstellen wat die bieleman dan voelt. Dit is “zijn” moment. Dit pakt niemand hem af. Eigenlijk is het toch ook wel geweldig dat dit spel al meer dan een eeuw zo gespeeld wordt. Het is ook wel bijzonder dat we nog steeds mensen hebben die niet alleen bieleman of schutter “spelen” maar vooral ook bieleman of schutter “zijn”.

Beste kerels, maar houdt ze in de gaten.

Jullie hoofdcommandant, Frans Dieker